Het is gebeurt of gebeurd? Wij leggen het verschil uit

Het is gebeurt of gebeurd? Wij leggen het verschil uit

Waarom verwarren mensen 'gebeurt' en 'gebeurd'?

De Nederlandse taal kent veel werkwoordsvormen die op elkaar lijken. Eén van de meest voorkomende fouten is het verwarren van 'gebeurt' en 'gebeurd'. Het lijkt misschien een klein verschil, maar het correct gebruiken ervan maakt je teksten duidelijker en professioneler. Veel mensen voeren in Google zoekopdrachten uit zoals: ‘is het gebeurt of gebeurd?’ of ‘wanneer schrijf je gebeurt met een d?’. In dit artikel geven we daar een helder antwoord op.

Wat betekent 'gebeurt'?

'Gebeurt' is de tegenwoordige tijd van het werkwoord 'gebeuren'. Het wordt gebruikt wanneer iets op dit moment plaatsvindt. Bijvoorbeeld: “Wat gebeurt daar?” Hiermee geef je aan dat een gebeurtenis nu aan de gang is. Let op het gebruik van de t op het einde, die hoort erbij in de derde persoon enkelvoud.

Voorbeeldzinnen met 'gebeurt'

1. Elke keer als ik te laat kom, gebeurt er iets vreemds.
2. We weten nog niet precies wat er gebeurt in het huis naast ons.
3. Wat gebeurt er als je op die knop drukt?

Wat betekent 'gebeurd'?

'Gebeurd' is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'gebeuren'. Dit wordt gebruikt in combinatie met hulpwerkwoorden zoals 'is', 'heeft' of 'zal zijn'. Je gebruikt 'gebeurd' dus om aan te geven dat iets al plaatsvond of is afgerond.

Voorbeeldzinnen met 'gebeurd'

1. Er is iets vreemds gebeurd toen jij weg was.
2. Wat er toen gebeurd is, kan ik nog steeds niet geloven.
3. Alles wat er gebeurd is, staat in het rapport.

Een ezelsbruggetje om het verschil te onthouden

Een eenvoudige manier om het verschil te onthouden is door jezelf af te vragen of je de zin in het nu of in het verleden gebruikt. Als het nu is, gebruik dan 'gebeurt'. Heb je het over iets dat al heeft plaatsgevonden en gebruik je een hulpwerkwoord? Dan is 'gebeurd' de juiste keuze.

Controleer je werk met deze truc

Probeer de zin waarin je twijfelt om te zetten naar een andere tijd. Bijvoorbeeld: “Wat er gebeurt” naar “Wat er gebeurde” – klopt dat, dan schrijf je met een t. Of: “Er is iets gebeurt” – klinkt vreemd, maar “Er is iets gebeurd” klinkt goed. Zo weet je snel wat correct is.

Veelgemaakte fouten en hoe ze te vermijden

Een veelgemaakte fout is het automatisch plaatsen van een d of t op basis van klank of gevoel. Omdat beide vormen op elkaar lijken, komt deze fout vaak voor, zeker bij snel typen of spreken. De beste manier om dit te voorkomen is door je bewust te zijn van de grammaticale constructie in de zin en rustig na te denken over de tijd waarin je schrijft.