De verwarring tussen voltooid en voltooit
In de Nederlandse taal zijn werkwoorden een veelvoorkomende bron van verwarring. Een klassiek voorbeeld daarvan is het verschil tussen 'voltooid' en 'voltooit'. Deze woorden lijken erg op elkaar, maar hebben een totaal andere betekenis en gebruik. Veel mensen twijfelen bij het schrijven aan de juiste vorm. In dit artikel leggen we duidelijk uit wanneer je 'voltooid' gebruikt en wanneer 'voltooit' correct is, zodat je nooit meer hoeft te twijfelen.
Wanneer gebruik je 'voltooid'?
'Voltooid' is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'voltooien'. Het wordt gebruikt in combinatie met hulpwerkwoorden zoals 'hebben' of 'zijn'. Bijvoorbeeld: 'Het project is voltooid' of 'Ik heb de taak voltooid'. Het geeft aan dat de handeling in het verleden is afgerond. Het woord 'voltooid' eindigt op '-d', wat typisch is voor voltooid deelwoorden van werkwoorden die op een klinker eindigen in de stam.
Voorbeeldzinnen met 'voltooid'
Enkele correcte zinnen waarin 'voltooid' wordt gebruikt zijn:
Hij heeft het boek voltooid.
De bouw van het huis is voltooid.
We hebben de oefening succesvol voltooid.
Wanneer gebruik je 'voltooit'?
'Voltooit' is de vervoegde vorm van het werkwoord 'voltooien' in de tegenwoordige tijd, derde persoon enkelvoud. Je gebruikt 'voltooit' dus als je een zin maakt met hij, zij of het als onderwerp. Bijvoorbeeld: 'Zij voltooit haar studie dit jaar'. Het geeft aan dat de handeling nog in het heden plaatsvindt of regelmatig gebeurt.
Voorbeeldzinnen met 'voltooit'
Juist gebruik van 'voltooit' zie je in de volgende zinnen:
Hij voltooit elke dag een hoofdstuk.
Zij voltooit de vraag op tijd.
Het systeem voltooit automatisch de registratie.
Veelgemaakte fouten bij voltooid en voltooit
Een van de meest voorkomende fouten is het gebruik van 'voltooid' in plaats van 'voltooit' in een tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld: 'Hij voltooid zijn werk vandaag' is onjuist. Deze fout ontstaat vaak doordat de uitspraak van beide vormen hetzelfde is. In geschreven taal moet je echter zeker weten dat je de juiste spelling kiest op basis van de grammaticale functie van het woord in de zin.
Zo onthoud je het verschil makkelijk
Een handige manier om het verschil te onthouden is om jezelf af te vragen: gebeurt het nu of is het al gebeurd? Als het nu gebeurt (tegenwoordige tijd), gebruik je 'voltooit'. Als het al is afgerond in het verleden, gebruik je 'voltooid'. Ook kun je het werkwoord vervangen door een eenvoudiger werkwoord zoals 'maken'. 'Hij maakt het af' (voltooit), 'Hij heeft het afgemaakt' (voltooid). Deze techniek helpt je betere keuzes te maken in je spelling.
